ECLI:NL:RVS:2024:3767
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende intrekking erkenning als referent
Op 19 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin [verzoekster] een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op de intrekking van haar erkenning als referent door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 29 juni 2023. De staatssecretaris had op 22 december 2023 het bezwaar van [verzoekster] gedeeltelijk gegrond verklaard, maar de intrekking van de erkenning in stand gelaten. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, verklaarde op 30 augustus 2024 het beroep van [verzoekster] ongegrond, waarna zij hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter overwoog dat het hoger beroep nader onderzoek vereist, waarvoor de huidige procedure zich niet goed leent. Gezien de belangen die door [verzoekster] zijn aangevoerd, besloot de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de rechtsgevolgen van de uitspraak van de rechtbank en het besluit van 22 december 2023 worden opgeschort totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Tevens werd de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [verzoekster], die op € 875,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.