Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 augustus 2024 in de zaak tussen
[eiseres], statutair gevestigd te [plaats], eiseres
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. De rechtbank bespreekt eerst een aantal procedurele punten, namelijk of het besluit van 29 juni 2023 zorgvuldig tot stand is gekomen (onder 6), of de minister mee had moeten werken aan mediation, dan wel beter had moeten motiveren waarom hij dit niet heeft gedaan (onder 7) en of de minister eiseres opnieuw had moeten horen na de overdracht van de aandelen van eiseres aan [stichting] (onder 8). Vervolgens bespreekt de rechtbank de intrekkingsgronden. Daarvoor gaat zij eerst in op de vraag of [bedrijf 2] en/of [persoon A] na de verkoop van eiseres aan [stichting] nog altijd (direct of indirect) betrokken zijn bij de onderneming (onder 9). Nadat de rechtbank deze vraag bevestigend beantwoordt, bespreekt zij of de minister [bedrijf 2] terecht als onvoldoende betrouwbaar aanmerkt (onder 10) en of de intrekking van de erkenning van [bedrijf 2] als referent aan eiseres kan worden tegengeworpen (onder 11). Als laatste beroepsgrond bespreekt de rechtbank of de intrekking van de erkenning van eiseres als referent evenredig is (onder 12). Tot slot geeft de rechtbank haar conclusie weer en benoemt zij welke gevolgen deze uitspraak heeft (onder 13).
Op grond van artikel 2e, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000 mag de erkenning als referent van de aanvrager of van de direct of indirect bij die onderneming, rechtspersoon of organisatie betrokken rechtspersonen of ondernemingen binnen een periode van vijf jaar direct voorafgaand aan de aanvraag niet zijn ingetrokken.
Als de erkende referent niet langer aan (één van) deze voorwaarden voldoet, kan deze erkenning op grond van artikel 2g, aanhef en onder b, van de Vw 2000 worden ingetrokken.