ECLI:NL:RVS:2024:3759
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen bewaring door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 18 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een besluit genomen om de vreemdeling in bewaring te stellen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem. Op 4 juni 2024 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J. van Bennekom, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het hoger beroep op 11 juni 2024 eindigde. Het hogerberoepschrift is echter pas na deze datum bij de Raad van State binnengekomen. De vreemdeling heeft geen redenen aangevoerd waarom het hoger beroep toch in behandeling zou moeten worden genomen, waardoor het hoger beroep als niet-ontvankelijk werd verklaard.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar beslissing bepaald dat de minister van Asiel en Migratie geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 20 september 2024.