ECLI:NL:RVS:2024:3687

Raad van State

Datum uitspraak
12 september 2024
Publicatiedatum
12 september 2024
Zaaknummer
202405273/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een eerdere uitspraak in vreemdelingenrechtelijke zaak

Op 12 september 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak. De verzoeker, een vreemdeling, had op 21 augustus 2024 verzocht om herziening van de uitspraak van de voorzieningenrechter van 23 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3541. Dit verzoek was gebaseerd op artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om een onherroepelijke uitspraak te herzien op grond van nieuwe feiten en omstandigheden.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die een herziening rechtvaardigen. Gezien deze constatering heeft de Afdeling besloten het verzoek tot herziening af te wijzen. Tevens is bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden aan de verzoeker.

De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 12 september 2024.

Uitspraak

202405273/1/V2.
Datum uitspraak: 12 september 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
[de vreemdeling],
verzoeker,
om herziening (artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) van de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling van 23 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3541.
Procesverloop
Bij brief van 21 augustus 2024 heeft verzoeker de Afdeling verzocht om herziening van de uitspraak van 23 juli 2024.
Overwegingen
1.       De Afdeling kan onder omstandigheden een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van nieuwe feiten en omstandigheden (artikel 8:119, eerste lid, van de Awb). De verzoeker heeft zulke feiten of omstandigheden niet aangevoerd.
2.       Het verzoek wordt afgewezen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Tibold
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 12 september 2024
853-1088