ECLI:NL:RVS:2024:3624
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
In deze zaak heeft een vreemdeling beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank Den Haag heeft op 20 maart 2024 het beroep gegrond verklaard en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opgedragen om binnen zestien weken een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,00 per dag opgelegd, met een maximum van € 7.500,00, voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 6 september 2024 uitspraak gedaan. De minister heeft verzocht om de uitspraak van de rechtbank te schorsen. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen van de minister en de vreemdeling, besloten om de voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit betekent dat de uitspraak van de rechtbank Den Haag wordt geschorst, ondanks dat de minister inmiddels een besluit op de aanvraag heeft genomen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.C.A. de Poorter, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. F.W. de Lange, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 6 september 2024.