ECLI:NL:RVS:2024:3184
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.J.W.P. van Gastel
- M.A. Huizer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen uitspraak rechtbank Den Haag
Op 6 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De zaak betreft een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. Deze aanvraag werd ingewilligd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bij besluit van 25 juli 2023, dat later op 29 mei 2024 werd gewijzigd. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, heeft op 14 juni 2024 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en de besluiten van de staatssecretaris vernietigd voor zover deze betrekking hadden op de geboortedatum van de vreemdeling, die vastgesteld werd op 5 mei 2004.
Tegen deze uitspraak heeft de minister van Asiel en Migratie hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De minister vroeg de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het hoger beroep nader onderzoek vereist, waarvoor deze procedure zich niet goed leent. Gezien de belangen van zowel de minister als de vreemdeling, heeft de voorzieningenrechter besloten een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister van Asiel en Migratie geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Deze beslissing is genomen door mr. J.J.W.P. van Gastel, in tegenwoordigheid van griffier mr. M.A. Huizer, en is uitgesproken in het openbaar op 6 augustus 2024.