ECLI:NL:RVS:2024:2723
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake bewaring van een vreemdeling
Op 3 juli 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 3 mei 2024. De vreemdeling was op 9 april 2024 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.B.J. Strooij, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
In de overwegingen van de Raad van State werd vastgesteld dat de rechtbank ten onrechte geen proceskostenvergoeding had toegekend aan de vreemdeling. De vreemdeling had terecht geklaagd over het oordeel van de rechtbank dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding. De rechtbank had geconstateerd dat de betrokken ambtenaar van de politie in strijd met de Ambtsinstructie had gehandeld door handboeien te gebruiken tijdens de overbrenging van de celruimte naar het transportvervoer. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank hiermee een gebrek had geconstateerd en dat dit aanleiding had moeten zijn om de staatssecretaris in de proceskosten te veroordelen.
De overige grieven van de vreemdeling leidden niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat deze geen vragen bevatten die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De Afdeling zag ook ambtshalve geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Uiteindelijk verklaarde de Afdeling het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover deze de staatssecretaris niet had veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, en veroordeelde de staatssecretaris tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 2.625,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.