ECLI:NL:RVS:2024:2542
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- N. Verheij
- J.C.A. de Poorter
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afgifte document rechtmatig verblijf gemeenschapsonderdaan
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een document dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan aantoont. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 6 juli 2021 deze aanvraag afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de rechtbank Den Haag op 6 april 2023 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ook ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. B. de Haan, heeft hoger beroep ingesteld. De staatssecretaris heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 24 juni 2024 uitspraak gedaan. Het hoger beroep van de vreemdeling werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moesten worden. In het incidenteel hoger beroep van de staatssecretaris werd terecht geklaagd over het oordeel van de rechtbank dat de staatssecretaris moest uitgaan van de door de civiele rechter vastgestelde identiteit van de vreemdeling. De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank, maar verbeterde de gronden waarop deze rustte. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en benadrukt de onafhankelijkheid van de bestuursrechter in de beoordeling van de identiteit van de vreemdeling, los van de civiele rechterlijke vaststelling.