ECLI:NL:RVS:2024:2436
Raad van State
- Hoger beroep
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen besluit staatssecretaris van Justitie en Veiligheid inzake inreisverbod en bewaring
Op 29 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid besluiten genomen die de vreemdeling opdroegen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, een inreisverbod tegen hem uitvaardigden en hem in bewaring stelden. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 24 april 2024 het beroep ongegrond verklaarde en het verzoek om schadevergoeding afwees. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, advocaat te Haarlem, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 13 juni 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep. De rechtbank heeft in haar uitspraak op goede gronden geoordeeld en de Afdeling heeft de motivering van de rechtbank overgenomen. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor verdere motivering niet nodig was.
De Afdeling heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 juni 2024.