202402979/3/R4
Datum uitspraak: 4 juni 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) van:
Deutsche Umwelthilfe e.V., gevestigd te Radolfzell am bodensee (Duitsland), en anderen (hierna: DUH en anderen)
verzoeksters.
Procesverloop
Bij besluit van 1 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat aan ONE-Dyas B.V. (hierna: ONE-Dyas) een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten en in gebruik nemen van een mijnbouwinrichting, genaamd platform N05-A (hierna: het boorplatform). Deze vergunning omvat tevens toestemmingen voor de activiteiten "handelingen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten" en "handelingen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden".
Bij besluit van 10 november 2023 heeft de staatssecretaris het besluit van 1 juni 2022 gewijzigd voor de activiteit "handelingen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden".
Bij uitspraak van 18 april 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:5519, heeft de rechtbank Den Haag de beroepen van onder meer DUH en anderen tegen de besluiten van 1 juni 2022 en 10 november 2023 gegrond verklaard. De rechtbank heeft het besluit van 1 juni 2022 vernietigd voor zover daarmee toestemming is verleend voor de activiteiten "handelingen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten" en "handelingen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden". Verder heeft de rechtbank het besluit van 10 november 2023 vernietigd voor zover daarmee toestemming is verleend voor de activiteit "handelingen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden". Tegen deze uitspraak hebben onder meer DUH en anderen hoger beroep ingesteld.
Bij besluit van 29 mei 2024 heeft de staatssecretaris - voor zover van belang - het besluit van 1 juni 2022, zoals gewijzigd bij het besluit van 10 november 2023, gewijzigd voor de activiteiten "handelingen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten" en "handelingen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden".
DUH en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
ONE-Dyas heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
DUH en anderen hebben nadere stukken ingediend.
Overwegingen
1. De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting.
2. De staatssecretaris heeft met toepassing van artikel 6.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bepaald dat het besluit van 29 mei 2024 direct in werking treedt. Dat betekent dat ONE-Dyas meteen gebruik mag maken van de omgevingsvergunning en het boorplatform mag oprichten. Uit inlichtingen van One-Dyas blijkt dat het boorplatform naar verwachting op 4 juni 2024 - vandaag - aankomt op de locatie en dat vanaf die datum begonnen wordt met aanleg- en bouwwerkzaamheden, zoals het boren van een put.
DUH en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht om het besluit van 29 mei 2024 te schorsen. Zij willen daarmee voorkomen dat ONE-Dyas aanleg- en bouwwerkzaamheden uitvoert voordat de Afdeling uitspraak heeft gedaan op hun (hoger) beroepen over de besluiten van de staatssecretaris. Zij vrezen onder meer dat de stikstofdepositie als gevolg van scheepsverkeer in de aanlegfase leidt tot significante negatieve effecten voor diverse nabijgelegen Natura 2000-gebieden.
3. De voorzieningenrechter stelt vast dat als het verzoek van DUH en anderen niet wordt toegewezen, ONE-Dyas zal beginnen met de aanleg- en bouwwerkzaamheden. De voorzieningenrechter begrijpt uit het verzoekschrift van DUH en anderen dat deze werkzaamheden volgens hen tot onomkeerbare gevolgen zouden leiden.
Op het moment dat het verzoek om voorlopige voorziening bij de Afdeling binnenkwam was er geen gelegenheid om partijen tijdig op een zitting te horen. Na afweging van de verschillende belangen ziet de voorzieningenrechter aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. De voorlopige voorziening houdt in dat het besluit van 29 mei 2024 wordt geschorst. Daarbij betrekt de voorzieningenrechter dat in de week van 10 juni 2024 een zitting zal worden gehouden, waarbij de voorzieningenrechter zal beoordelen of aanleiding bestaat de getroffen voorlopige voorziening op te heffen of te wijzigen. Dit betekent dat ONE-Dyas niet mag aanvangen met de activiteiten waarop de omgevingsvergunning ziet, in afwachting van de behandeling van de zaak op de zitting van de voorzieningenrechter.
4. Het verzoek moet als kennelijk gegrond worden toegewezen.
5. Over de proceskosten zal worden beslist in de uitspraak over de vraag of aanleiding bestaat de getroffen voorlopige voorziening op te heffen of te wijzigen.
6.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 29 mei 2024, kenmerk PDGGO-DTDO / V-3281.
Aldus vastgesteld door mr. H.C.P. Venema, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.V. Veldwijk, griffier.
w.g. Venema
voorzieningenrechter
w.g. Veldwijk
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 juni 2024