ECLI:NL:RVS:2024:1880
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 3 mei 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 25 juli 2023, verplichtte de vreemdeling om de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en bevatte een inreisverbod. De rechtbank Den Haag had op 5 oktober 2023 in een eerdere uitspraak het beroep van de vreemdeling tegen het inreisverbod gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde deel van het besluit bleven in stand. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S. Wortel, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en onderstreept de geldigheid van het terugkeerbesluit en het inreisverbod. De zaak benadrukt de strikte handhaving van vreemdelingenrecht en de bevoegdheden van de staatssecretaris in dergelijke situaties.