ECLI:NL:RVS:2024:1403

Raad van State

Datum uitspraak
3 april 2024
Publicatiedatum
3 april 2024
Zaaknummer
202203841/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de afwijzing van verruiming openingstijden Club The Mix door de burgemeester van Voorne aan Zee

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de burgemeester van Voorne aan Zee tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die op 13 mei 2022 het beroep van Prenovo B.V. gegrond verklaarde. Prenovo B.V. had verzocht om verruiming van de openingstijden van hun discotheek, Club The Mix, gelegen in Brielle. De burgemeester had dit verzoek op 8 juli 2019 afgewezen, met als argument dat een verruiming zou leiden tot een verslechtering van de openbare orde en veiligheid. Prenovo B.V. voerde aan dat er nieuwe politiegegevens waren die een ander licht op de zaak wierpen, en vroeg de burgemeester om een nieuw besluit te nemen. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester het besluit van 6 januari 2020 onzorgvuldig had voorbereid en onvoldoende had gemotiveerd, en dat hij een nieuw besluit moest nemen.

In hoger beroep betoogde de burgemeester dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat Prenovo B.V. procesbelang had bij de beoordeling van het besluit van 6 januari 2020. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de burgemeester beoordelingsruimte heeft bij het nemen van besluiten over openingstijden, maar dat hij zich moet vergewissen van de zorgvuldigheid van de onderzoeken waarop hij zijn besluiten baseert. De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de burgemeester het besluit van 6 januari 2020 terecht had genomen, maar dat dit besluit niet zorgvuldig was voorbereid. De burgemeester werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Prenovo B.V.

Uitspraak

202203841/1/A3.
Datum uitspraak: 3 april 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de burgemeester van Brielle (thans: de burgemeester van Voorne aan Zee),
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 13 mei 2022 in zaken nrs. 20/847, 20/2643 en 21/5081 in het geding tussen:
Prenovo B.V., gevestigd te Brielle,
en
de burgemeester.
Procesverloop
Bij besluit van 8 juli 2019 heeft de burgemeester het verzoek van Prenovo B.V. om verruiming van de openingstijd van Club The Mix in Brielle afgewezen.
Bij besluit van 6 januari 2020 heeft de burgemeester het door Prenovo B.V. daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij besluit van 16 april 2020 heeft de burgemeester het herzieningsverzoek van Prenovo B.V. afgewezen.
Bij besluit van 7 juli 2021 heeft de burgemeester het tweede herzieningsverzoek van Prenovo B.V. afgewezen.
Bij uitspraak van 13 mei 2022 heeft de rechtbank het door Prenovo B.V. tegen het besluit van 6 januari 2020 ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, bepaald dat de burgemeester een nieuw besluit op het bezwaar van Prenovo B.V. moet nemen en de beroepen tegen de besluiten van 16 april 2020 en 7 juli 2021 niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de burgemeester hoger beroep ingesteld.
Prenovo B.V. heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven en incidenteel hoger beroep ingesteld.
De burgemeester heeft een zienswijze gegeven.
Bij besluit van 15 september 2022 heeft de burgemeester het bezwaar van Prenovo B.V. weer ongegrond verklaard.
Prenovo B.V. heeft gronden ingediend tegen het besluit van 15 december 2022.
De burgemeester heeft een reactie gegeven.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 maart 2024, waar de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. L.J. Bel, bijgestaan door mr. R.S. Wijling en mr. R.M. Nijk-Siebert, advocaten te Rotterdam, en Prenovo B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. H. van der Wilt, advocaat te Ridderkerk, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1.       De relevante wet- en regelgeving is opgenomen in een bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.
2.       Prenovo B.V. exploiteert een openbare inrichting, Club The Mix, als discotheek (hierna: de discotheek). De discotheek is gelegen binnen de historische vesting van de gemeente Brielle en mag in de nacht van vrijdag op zaterdag en in de nacht van zaterdag op zondag geopend zijn tot 3:30 uur. Prenovo B.V. heeft de burgemeester verzocht om verruiming van de openingstijd voor de voornoemde nachten naar 4:30 uur, onder nader te bepalen voorwaarden en al dan niet in de vorm van een pilot.
2.1.    Met het besluit van 6 januari 2020 heeft de burgemeester het besluit van 8 juli 2019 in stand gelaten. Volgens de burgemeester zou een verdere verruiming van de openingstijden tot een verdere achteruitgang van de openbare orde en veiligheid leiden. De burgemeester heeft aan deze besluitvorming een negatief advies van de politie en een in februari 2020 onder de inwoners van de binnenstad gehouden enquête ten grondslag gelegd.
2.2.    Prenovo B.V. heeft de burgemeester vervolgens op 11 maart 2020 verzocht om op grond van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) een nieuw besluit te nemen, omdat volgens Prenovo B.V. sprake zou zijn van nieuwe politiegegevens die een ander licht werpen op het advies van de politie van 25 augustus 2019. Het betreft rapportages uit het bedrijfsprocessensysteem van de politie die specifiek betrekking hebben op de discotheek, meer in het bijzonder op de data waarbij door de burgemeester in de periode van februari 2018 tot februari 2019 incidenteel verruiming van openingstijden is toegestaan in de vorm van zogeheten ‘verlaatjes’. Ook heeft Prenovo B.V. op 8 maart 2020 een klacht ingediend tegen de teamchef, die de adviesbrief van 25 augustus 2019 opstelde. De burgemeester heeft dit verzoek met het besluit van 16 april 2020 afgewezen. Prenovo B.V. heeft tegen dit besluit, met instemming van de burgemeester, rechtstreeks beroep ingesteld bij de rechtbank.
2.3.    Op 12 mei 2021 heeft Prenovo B.V. de burgemeester nogmaals verzocht om op grond van artikel 4:6 van de Awb een nieuw besluit te nemen. Prenovo B.V. heeft hierbij in het bijzonder gewezen op de door de politie opgestelde rectificatiebrief van 24 maart 2021, waaruit blijkt dat de politie niet heeft kunnen en mogen adviseren op twee punten in het eerder genoemde advies van 25 augustus 2019. Ook is de klacht van Prenovo B.V. over deze adviesbrief in de klachtprocedure tegen de teamchef gegrond verklaard. Met het besluit van 7 juli 2021 heeft de burgemeester, na een nieuwe belangenafweging te hebben gemaakt, dit verzoek afgewezen. Prenovo B.V. heeft tegen dit besluit, met instemming van de burgemeester, eveneens rechtstreeks beroep ingesteld bij de rechtbank.
Uitspraak van de rechtbank
3.       De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester het besluit van 6 januari 2020 onzorgvuldig heeft voorbereid, omdat hij over onvoldoende inzicht beschikte in de mogelijke gevolgen van de verruiming van de openingstijden van de discotheek op de openbare orde en veiligheid. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de burgemeester met het besluit van 6 januari 2020 onvoldoende heeft gemotiveerd dat verruiming van de openingstijden, al dan niet in pilotvorm, dient te worden geweigerd vanwege ontoelaatbare negatieve beïnvloeding van de openbare orde en veiligheid. Het besluit van 6 januari 2020 is daarom genomen in strijd met de artikelen 3:2 en 7:12, eerste lid, van de Awb, aldus de rechtbank. Tot slot heeft de rechtbank geoordeeld dat Prenovo B.V. geen procesbelang heeft bij een beoordeling van haar beroepen tegen de besluiten van 16 april 2020 en 7 juli 2021, omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij schade heeft geleden als gevolg van die besluiten.
Hoger beroep van de burgemeester
4.       Het hoger beroep van de burgemeester richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank voor zover de rechtbank het beroep tegen het besluit van 6 januari 2020 gegrond heeft verklaard, heeft bepaald dat de burgemeester een nieuw besluit moet nemen op het bezwaar van Prenovo B.V. en heeft bepaald dat de burgemeester de proceskosten moet vergoeden.
Procesbelang
5.       De burgemeester betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat Prenovo B.V. procesbelang heeft bij een beoordeling van haar beroep tegen het besluit van 6 januari 2020. Hij voert daartoe aan dat niet tot op zekere hoogte aannemelijk is gemaakt dat Prenovo B.V. schade heeft geleden doordat het verzoek om verruiming van de openingstijden is afgewezen en dat de exploitatie van de discotheek inmiddels is overgenomen door een nieuwe eigenaar.
5.1.             De rechtbank heeft op juiste gronden geoordeeld dat Prenovo B.V. belang had bij het beroep tegen het besluit van 6 januari 2020. In verband met een mogelijke vordering van schadevergoeding is belang bij een beroep aanwezig indien tot op zekere hoogte aannemelijk wordt gemaakt dat ten gevolge van het in beroep bestreden besluit schade is geleden. Met de gevraagde verruiming van de openingstijden had de discotheek langer open kunnen zijn en meer bezoekers kunnen aantrekken. Alleen al daarom is tot op zekere hoogte aannemelijk dat Prenovo B.V. door de weigering inkomsten is misgelopen en dus schade heeft geleden.
Het betoog slaagt niet.
Besluit zorgvuldig voorbereid en deugdelijk gemotiveerd
6.       De burgemeester betoogt verder dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij het besluit van 6 januari 2020 onzorgvuldig heeft voorbereid en onvoldoende heeft gemotiveerd. Hij voert daartoe aan dat hij zich heeft laten informeren door de politie en kennis heeft genomen van de resultaten van een bewonersenquête. Uit die stukken volgt dat het woon- en leefklimaat in de omgeving van de discotheek onder druk staat. Daar komt volgens de burgemeester bij dat, anders dan de rechtbank lijkt te overwegen, de burgemeester niet uitsluitend is afgegaan op het advies van de politie en de bewonersenquête. Hij heeft uitdrukkelijk ook een eigen weging gemaakt aan de hand van de hem bekende feiten en omstandigheden. Daarbij heeft hij naast de politierapportage en de bewonersenquête ook het woon- en leefklimaat dat onder druk staat, dat sprake is van een specifieke en gevoelige locatie, de belangen van de exploitant en de belangen van de omwonenden, meegewogen. Daarbij is volgens de burgemeester niet alleen de overlast vanwege de verruiming van de openingstijden van belang, maar ook de overlast vanwege de exploitatie in algemene zin, alsmede de ervaringen van incidenten in de discotheek die aanleiding gaven tot handhaving in voorafgaande jaren. In een situatie waarin al sprake is van een overbelast woon- en leefklimaat, zal daarbij eerder sprake zijn van een ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat indien een verruiming van de openingstijden wordt toegestaan, aldus de burgemeester.
6.1.    De Afdeling stelt voorop dat, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, de burgemeester beoordelings- en beleidsruimte heeft bij het nemen van een besluit naar aanleiding van een verzoek om verruiming van de openingstijden. De burgemeester moet bij de voorbereiding van een dergelijk besluit de nodige kennis vergaren over de relevante feiten en de af te wegen belangen. De bestuursrechter toetst vervolgens of het besluit zorgvuldig tot stand is gekomen, deugdelijk is gemotiveerd en of het besluit geen onevenredige gevolgen heeft voor één of meer belanghebbenden. Zie de uitspraak van 27 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2109.
6.2.    Bij de invulling van zijn beoordelingsruimte mag een bestuursorgaan in beginsel op een advies van een door dat bestuursorgaan benoemde onafhankelijke en onpartijdige deskundige afgaan. Maar artikel 3:2 van de Awb brengt met zich dat het bestuursorgaan zich dient te vergewissen van de zorgvuldigheid van ieder onderzoek waarvan het de resultaten aan een besluit ten grondslag legt. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 10 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:318.
Het politieadvies is, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, niet onderbouwd, omdat de politie geen objectief onderzoek heeft gedaan naar de mogelijke negatieve en positieve gevolgen van een verruiming van de openingstijd van de discotheek. Ook is nagelaten de bevindingen van het zogeheten Susteam, een groep van particuliere beveiligers die in de binnenstad surveilleert, te betrekken in de besluitvorming. Alleen al daarom kwam het besluit van 6 januari 2020 voor vernietiging in aanmerking. De rechtbank is dan ook terecht niet toegekomen aan een beoordeling van de belangenafweging.
Het betoog slaagt niet.
7.       Het hoger beroep van de burgemeester is ongegrond.
Voorwaardelijk incidenteel hoger beroep van Prenovo B.V.
8.       Het hoger beroep van Prenovo B.V. is ingesteld onder de voorwaarde dat het hoger beroep van de burgemeester tegen de uitspraak van de rechtbank gegrond wordt verklaard. Omdat het hoger beroep van de burgemeester, gelet op het voorgaande, ongegrond is, is deze voorwaarde niet vervuld en is het incidenteel hoger beroep van Prenovo vervallen. Aan een inhoudelijke bespreking daarvan wordt daarom niet toegekomen.
Beroep van Prenovo B.V. tegen het besluit van 15 september 2022
9.       Bij besluit van 15 september 2022 heeft de burgemeester het bezwaar van Prenovo B.V. weer ongegrond verklaard. Dit besluit wordt, gelet op artikel 6:24 van de Awb, gelezen in samenhang met artikel 6:19, eerste lid, van die wet, van rechtswege geacht onderwerp te zijn van dit geding.
Onjuiste data
10.     Prenovo B.V. is het niet eens met dat besluit en betoogt dat het besluit moet worden vernietigd, omdat in het besluit tweemaal een onjuiste datum staat vermeld.
10.1.  Hoewel Prenovo B.V. terecht aanvoert dat in het besluit van 15 september 2022 tweemaal een onjuiste datum is vermeld, leidt dit niet tot vernietiging daarvan. De burgemeester heeft abusievelijk tweemaal een onjuiste datum in het besluit genoemd, maar is bij de beoordeling van het bezwaar wel van de juiste data uitgegaan, zodat het besluit in zoverre op basis van de juiste feiten is genomen.
Het betoog slaagt niet.
Mocht de burgemeester de ontheffing weigeren, vanwege een overbelaste woon- en leefsituatie?
11.     Prenovo B.V. betoogt verder dat de burgemeester ten onrechte een ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van de woon- en leefsituatie als weigeringsgrond heeft gehanteerd. Zij voert daartoe aan dat, hoewel dit in artikel 2:28, derde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Brielle 2015 (hierna: APV) is opgenomen als weigeringsgrond, die bepaling slechts gaat over de exploitatievergunning als zodanig. Volgens Prenovo B.V. zijn de specifieke bepalingen over de sluitingstijden en ontheffing daarvan, te vinden in artikel 2:29 en 2:30 van de APV. De woon- en leefsituatie is een ruimtelijk aspect en geldt hier nadrukkelijk niet als criterium. Daarom moet voor een ontheffing van de sluitingstijden worden teruggevallen op de algemene weigeringsgronden van artikel 1:8 van de APV, aldus Prenovo B.V.
11.1.  Het verzoek van Prenovo B.V. om verruiming van de openingstijden, heeft de burgemeester in dit geval mogen aanmerken als een verzoek om wijziging van de exploitatievergunning in de zin van artikel 1:6, onder e, van de APV. De burgemeester heeft toegelicht dat een ontheffing van de sluitingstijd wordt opgenomen als een voorschrift bij de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 1:4, eerste lid, van de APV. Ingevolge artikel 1:4, eerste lid, is de burgemeester bevoegd om voorschriften aan een vergunning te verbinden ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. Ingevolge artikel 2:28, derde lid, van de APV kan de burgemeester een exploitatievergunning, in afwijking van het bepaalde in artikel 1:8, geheel of gedeeltelijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. De burgemeester betrekt in zijn beoordeling of een exploitatievergunning kan worden gewijzigd dus ook de woon- en leefsituatie. Dit betekent dat de burgemeester de verruiming van de openingstijd heeft mogen weigeren vanwege een ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van de woon- en leefsituatie. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 31 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3501.
Het betoog slaagt niet.
Heeft de burgemeester het nieuwe besluit wederom onzorgvuldig voorbereid en ondeugdelijk gemotiveerd?
12.     Prenovo B.V. betoogt verder dat de burgemeester het besluit onzorgvuldig heeft voorbereid en ondeugdelijk heeft gemotiveerd. Volgens Prenovo B.V. geeft het besluit een onvolledige en onjuiste weergave van de inhoud van belangrijke stukken en specifieke feiten. De onzorgvuldigheid met betrekking tot de feitenvaststelling blijkt uit het feit dat de politie al in het kader van het besluit van 6 januari 2020 en ook in de nieuwe bestuurlijke rapportage van 1 augustus 2022 stelt dat zij door toedoen van de gemeente Brielle over onvoldoende informatie beschikt om hierover duidelijk en objectief te kunnen adviseren. Dat de burgemeester de bestuurlijke rapportage van de politie toch aan zijn besluit ten grondslag legt is dan ook niet zorgvuldig. Ook de nieuwe bewonersenquête had volgens Prenovo B.V. niet aan het besluit ten grondslag gelegd mogen worden. De resultaten zijn niet representatief, omdat slechts 15% van de omwonenden de enquête heeft ingevuld. Daarnaast is het niet reëel en geloofwaardig om de mening van bewoners te vragen over een periode die al geruime tijd is verstreken. Verder blijkt de onzorgvuldigheid uit hetgeen de burgemeester heeft opgenomen over de rapportages van het Susteam. In tegenstelling tot hetgeen is vermeld in het besluit, zijn er niet drie rapportages, maar vijf rapportages ingebracht. Verder heeft de burgemeester over het hoofd gezien dat de rapportages over de periode van 2020 tot en met begin 2022 niet gaan over de discotheek, omdat die toen gesloten was vanwege de toen geldende coronamaatregelen. Bovendien geven het politieadvies en de rapportages van het Susteam een duidelijke indicatie van een positieve invloed van de incidentele verruiming van de openingstijd, de zogenoemde verlaatjes, aldus Prenovo B.V.
12.1.  De burgemeester heeft beoordelingsruimte bij de beoordeling of bij verruiming van de openingstijd moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. Afhankelijk van de beroepsgronden gaat de bestuursrechter in op de vraag of de manier waarop het bestuursorgaan van die beoordelingsruimte gebruik heeft gemaakt, in overeenstemming is met het recht. Daarbij moet de bestuursrechter nagaan of de burgemeester redelijkerwijs de beoordelingsruimte op die manier heeft kunnen invullen.
12.2.  In dit geval heeft de burgemeester de beoordelingsruimte ingevuld door zich te baseren op een nieuwe bestuurlijke rapportage van de politie van 30 april 2020, een nieuwe bewonersenquête, uitgevoerd in juli 2020, en op drie rapporten van het Susteam.
12.3.  De Afdeling is van oordeel dat de burgemeester het besluit van 15 september 2022 zorgvuldig heeft voorbereid en deugdelijk heeft gemotiveerd. De burgemeester heeft voldaan aan zijn plicht om alle nodige kennis te vergaren over de relevante feiten en mee te wegen belangen. Ook kon hij aannemen dat een verruiming van de openingstijd de woon- en leefsituatie in de omgeving van de discotheek en de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig zal beïnvloeden.
De Afdeling stelt voorop dat de raad van de gemeente Brielle (hierna: de raad) in de APV al een vaste sluitingstijd heeft opgenomen, namelijk op maandag tot en met vrijdag tussen 01.00 en 05.00 uur en op zaterdag en zondag tussen 02.30 en 05.00 uur. In zoverre heeft de raad al een belangenafweging gemaakt en een grens getrokken voor wat hij met betrekking tot de woon- en leefsituatie en de openbare orde aanvaardbaar heeft geacht. Dit betekent dat de sluitingstijden voor de discotheek door de verruiming van de openingstijd naar 3:30 uur, al in voor Prenovo positieve zin afwijken van hetgeen in de APV is bepaald. Bij de invulling van zijn beoordelingsruimte, moet de burgemeester het voorgaande in acht nemen en dat heeft hij ook gedaan.
De bewonersenquête is onder meer afgenomen in de omgeving van de discotheek en had als doel om inzicht te geven in de beleving van overlast van horeca. Uit de enquête volgt zonder meer dat sprake is van een overbelaste woon- en leefomgeving. 76% van de respondenten ervaarde zeer veel of enige overlast van de horeca in de afgelopen vijf jaar. De Afdeling acht daarbij van belang dat de resultaten representatief zijn voor de omgeving van de discotheek. Het rapport van de enquête geeft namelijk nadrukkelijk inzicht in de nauwkeurigheidsmarges, waarbij verschillende netto-respons-aantallen en de bijbehorende nauwkeurigheidsmarges zijn vermeld. Daar komt bij dat het nieuwe onderzoek vergelijkbare resultaten geeft als de eerdere bewonersenquête. De burgemeester heeft uit de bewonersenquête dan ook de conclusie kunnen trekken dat er sprake is van een overbelast woon- en leefklimaat.
Ook de bestuurlijke rapportage en de Susteamrapporten, die alleen gaan over de avonden met de incidentele verlaatjes, geven onvoldoende aanleiding voor een aanvaardbare verruiming van de openingstijd. Uit de bestuurlijke rapportage van de politie volgt namelijk dat er ook bij de verlaatjes incidenten hebben plaatsgevonden, die de openbare orde hebben verstoord. Hetzelfde geldt voor de Susteamrapportages. Prenovo B.V. heeft, in aanvulling op de drie rapportages van de burgemeester, weliswaar nog op twee extra rapportages gewezen, maar uit het geheel van de rapportages blijkt niet dat de verstoringen van de openbare orde en de aantasting van de woon- en leefsituatie door verruiming van de openingstijden in relevante mate afnemen. De burgemeester heeft dit in zijn nieuwe besluit dan ook kunnen concluderen en daarom ook geen aanknopingspunten hoeven zien om een verruiming toe te staan in pilotvorm.
Het betoog slaagt niet.
13.     Het beroep van rechtswege is ongegrond.
Slotsom
14.     Het hoger beroep van de burgemeester is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank moet worden bevestigd. Het beroep van rechtswege van Prenovo B.V. is eveneens ongegrond. De burgemeester moet de proceskosten vergoeden, omdat zijn hoger beroep ongegrond is.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        bevestigt de aangevallen uitspraak;
II.       verklaart het beroep tegen het besluit van de burgemeester van Voorne aan Zee van 15 september 2022, kenmerk 19106-2021, ongegrond;
III.      veroordeelt de burgemeester van Voorne aan Zee tot vergoeding van de bij Prenovo B.V. in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1750,00, geheel toe te rekenen aan een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IV.      bepaalt dat van de burgemeester van Voorne aan Zee een griffierecht van € 559,00 wordt geheven.
Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. Y. Soffner, griffier.
w.g. Daalder
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Soffner
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 3 april 2024
818-1072
BIJLAGE
Relevante wet- en regelgeving
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 3:2
Bij de voorbereiding van een besluit vergaart het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen.
Algemene Plaatselijke Verordening Brielle 2015
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
1.       Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.
2.       Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
[…]
e. indien de houder dit verzoekt.
Artikel 1:8 Weigeringsgronden
De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:
a. de openbare orde;
b. de openbare veiligheid;
c. de volksgezondheid;
d. de bescherming van het milieu.
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
1.       In deze afdeling wordt verstaan onder:
a.       openbare inrichting:
I.        een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis;
II.       elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid;
b.       […]
2.       Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.
Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting
1.       Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.
2.       [..]
3.       In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.
[…] .
Artikel 2:29 Sluitingstijd
1.       Openbare inrichtingen zijn gesloten op maandag tot en met vrijdag tussen 01.00 en 05.00 uur en op zaterdag en zondag tussen 02.30 en 05.00 uur (sluitingstijd).
2.       Het bij de openbare inrichting behorende terras is gesloten op maandag tot en met vrijdag tussen 24.00 en 09.00 uur en op zaterdag en zondag tussen 01.00 en 09.00 uur (sluitingstijd).
3.       Het is verboden een openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben, of bezoekers daar te laten verblijven na sluitingstijd.
4.       De burgemeester kan ontheffing verlenen van de sluitingstijd.
[…]