ECLI:NL:RVS:2024:1352
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdeling tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 2 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 15 januari 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde het daartegen ingestelde beroep op 19 februari 2024 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen geconstateerd dat de vreemdeling recht heeft op opvang en verstrekkingen totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft de staatssecretaris niet verplicht om proceskosten te vergoeden, aangezien deze al eerder was veroordeeld tot vergoeding van proceskosten in een ordemaatregel van 26 februari 2024. De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk beslist dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een uitspraak is gedaan in het hoger beroep.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Willems, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat, griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 april 2024.