ECLI:NL:RVS:2024:806
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning door staatssecretaris
Op 15 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 19 februari 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 26 februari 2024 uitspraak gedaan op dit verzoek. De vreemdeling verzocht om te bepalen dat de voorgenomen beëindiging van verstrekkingen op 26 februari 2024 achterwege blijft, omdat de termijn voor hoger beroep nog niet was verstreken. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen en heeft de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 875,00 zijn vastgesteld. De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Borman, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.