ECLI:NL:RVS:2024:1316

Raad van State

Datum uitspraak
28 maart 2024
Publicatiedatum
28 maart 2024
Zaaknummer
202307157/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beëindiging verstrekkingen asielzoekers door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers

Op 28 maart 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep dat de vreemdeling had ingesteld tegen de beslissing van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) om zijn verstrekkingen krachtens de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen te beëindigen. Deze beslissing was aan de vreemdeling meegedeeld via e-mail op 3 februari 2023.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar uitspraak de motivering van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het hoger beroep geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moesten worden. Daarom werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd.

De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd uitgesproken in het openbaar door mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.K. de Keizer, griffier.

Uitspraak

202307157/1/V1.
Datum uitspraak: 28 maart 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 oktober 2023 in zaak nr. 23/2397 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (hierna: het COa).
Procesverloop
Bij e-mail van 3 februari 2023 heeft het COa de vreemdeling meegedeeld dat het zijn verstrekkingen krachtens de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen zal beëindigen.
Bij uitspraak van 20 oktober 2023 heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard van het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep kennis te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M. Görsültürk, advocaat te Oss, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank is namelijk terecht en op goede gronden tot haar oordeel gekomen. De Afdeling neemt de motivering onder 5 van de uitspraak van de rechtbank over.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.K. de Keizer, griffier.
w.g. De Moor-van Vugt
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. De Keizer
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 maart 2024
716-1046