ECLI:NL:RVS:2024:1223
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Den Haag over aanvullend terugkeerbesluit en inreisverbod
Op 26 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvullend terugkeerbesluit genomen en een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, heeft op 29 december 2023 zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep tegen het aanvullende terugkeerbesluit en het beroep tegen het inreisverbod ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.C. van den Berg, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 26 maart 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep. Het hoger beroep leidde niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moesten worden. De rechtsvraag die in het hoger beroep aan de orde was, was eerder door de Afdeling beantwoord in een uitspraak van 25 september 2023.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De beslissing werd genomen door mr. M. Soffers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier. De uitspraak werd in het openbaar gedaan op 26 maart 2024.