ECLI:NL:RVS:2024:1183
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.J.W.P. van Gastel
- W.M. Vos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 21 maart 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep en een verzoek om voorlopige voorziening van vreemdelingen die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 15 december 2023 deze aanvragen niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag had op 16 februari 2024 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. A.W.J. van der Meer, hebben hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. De voorzieningenrechter verwees naar een eerdere uitspraak van de Afdeling waarin een vergelijkbare rechtsvraag was beantwoord. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door mr. J.J.W.P. van Gastel, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.