ECLI:NL:RVS:2024:1118
Raad van State
- Hoger beroep
- J.J.W.P. van Gastel
- M.W. Schippers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over verblijfsrecht vreemdeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Op 1 juli 2021 heeft de staatssecretaris vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft. Dit besluit werd gevolgd door een ongegrondverklaring van het bezwaar van de vreemdeling op 9 februari 2022. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, heeft op 6 september 2022 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H. van der Linden, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 20 maart 2024 uitspraak gedaan. De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht meer heeft. De Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over en concludeert dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.