ECLI:NL:RVS:2023:973
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 10 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling heeft genomen. Dit besluit, genomen op 28 december 2022, werd door de rechtbank Den Haag op 1 maart 2023 vernietigd, waarbij de rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag moest nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken van de staatssecretaris beoordeeld en geconcludeerd dat, gezien de belangen die zijn aangevoerd, het noodzakelijk is om een voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de staatssecretaris niet verplicht is om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 maart 2023, en is vastgesteld door mr. M. Soffers, de voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. E. de Groot, griffier.