ECLI:NL:RVS:2023:746
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen besluit staatssecretaris over rechtmatig verblijf
Op 23 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 24 maart 2022 vastgesteld dat de vreemdeling geen rechtmatig verblijf had op grond van het Unierecht. De vreemdeling maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de staatssecretaris verklaarde dit bezwaar op 5 juli 2022 ongegrond. Hierop volgde een mondelinge uitspraak van de rechtbank Den Haag op 6 december 2022, waarin het beroep van de vreemdeling ook ongegrond werd verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.M.V. Bandhoe, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de voorzieningenrechter nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd in het openbaar gedaan op dezelfde datum.