ECLI:NL:RVS:2023:622

Raad van State

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
15 februari 2023
Zaaknummer
202203721/3/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot presentatie bij diplomatieke vertegenwoordiging van Somalië

Op 15 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 3 november 2021 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 2 juni 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter had eerder op 29 juni 2022 bepaald dat de vreemdeling niet mocht worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. Op 16 januari 2023 ontving de vreemdeling een uitnodiging voor een gesprek met de diplomatieke vertegenwoordiger van Somalië, gepland op 16 februari 2023. De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter opnieuw om een voorlopige voorziening, zodat hij niet gepresenteerd zou worden bij de vertegenwoordiging van Somalië.

De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien de eerdere beslissing om de vreemdeling niet uit te zetten en de belangen die de vreemdeling naar voren had gebracht, er aanleiding was om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen. De staatssecretaris werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 837,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.

Uitspraak

202203721/3/V3.
Datum uitspraak: 15 februari 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 2 juni 2022 in zaak nr. NL21.18653 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 3 november 2021 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 2 juni 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij uitspraak van 29 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1825, heeft de voorzieningenrechter bij wijze van voorlopige voorziening bepaald dat de vreemdeling niet wordt uitgezet, totdat op het door hem ingestelde hoger beroep is beslist.
Op 16 januari 2023 is de vreemdeling door de Dienst Terugkeer en Vertrek uitgenodigd voor een gesprek met de (diplomatieke) vertegenwoordiger van Somalië op 16 februari 2023 om 11.00 uur.
De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter op 11 februari 2023 opnieuw verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat hij niet mag worden gepresenteerd bij de (diplomatieke) vertegenwoordiging van Somalië.
2.       Gelet op het feit dat de voorzieningenrechter al heeft bepaald dat de vreemdeling, totdat op het door hem ingestelde hoger beroep is beslist, niet mag worden uitgezet en gelet op de belangen die vreemdeling naar voren heeft gebracht, treft de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening.
3.       De staatssecretaris moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de vreemdeling niet mag worden gepresenteerd bij de (diplomatieke) vertegenwoordiging van Somalië, totdat op het door hem ingestelde hoger beroep is beslist;
II.       veroordeelt de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tot vergoeding van bij de vreemdeling in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. B. Meijer, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier.
w.g. Meijer
voorzieningenrechter
w.g. Schipper
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 15 februari 2023
872