ECLI:NL:RVS:2023:4809
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in hoger beroep tegen bewaring vreemdeling
Op 27 december 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 30 november 2023 geoordeeld dat de maatregel van bewaring van de vreemdeling, die op 6 september 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd, opgeheven moest worden. De rechtbank verklaarde het beroep van de vreemdeling gegrond en kende schadevergoeding toe. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. V. Senczuk, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de uitspraak van de rechtbank betrekking heeft op het voortduren van de maatregel van bewaring, waartegen volgens de wet geen hoger beroep mogelijk is. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft geconcludeerd dat de aangevoerde argumenten van de vreemdeling niet voldoende zijn om het verbod op hoger beroep te doorbreken. Er was geen sprake van een onterecht proces, waardoor de Afdeling zich onbevoegd verklaarde om van het hoger beroep kennis te nemen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en is een belangrijke bevestiging van de regels omtrent hoger beroep in het bestuursrecht, specifiek in zaken die betrekking hebben op de vreemdelingenbewaring.