202204617/2/R3.
Datum uitspraak: 20 december 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend te Lisse,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Lisse,
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 30 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3316, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 12 weken na verzending van die uitspraak, met inachtneming van hetgeen daarin onder 9.3 en 16 is overwogen, het gebrek in het besluit van de raad van 23 januari 2023, waarbij het bestemmingsplan "Nieuw Trompenburg" opnieuw, gewijzigd is vastgesteld, te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij brief van 12 september 2023 het besluit van 23 januari 2023 van een nadere motivering voorzien.
[appellant] en anderen hebben, daartoe in de gelegenheid gesteld, een zienswijze ingebracht.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
De tussenuitspraak over het besluit van 23 januari 2023.
1. In de tussenuitspraak, overweging 9.3, heeft de Afdeling over de parkeerbehoefte van de in het plangebied voorziene gestapelde woningen overwogen dat de raad onvoldoende heeft gemotiveerd waarom bij de berekening van de parkeervraag op dit punt is uitgegaan van koopappartementen in het goedkope segment, en waarom dit uitgangspunt hier het meest passend is. Dit had wel op de weg van de raad gelegen, temeer omdat bij de berekening van de verkeersintensiteit is uitgegaan van een onderverdeling van appartementen naar 16 appartementen in het middensegment en 4 appartementen in de vrije sector. De Afdeling acht het gelet hierop niet inzichtelijk waarom bij de berekening van de parkeervraag is uitgegaan van appartementen in het goedkope segment, waarvoor een lagere parkeernorm geldt.
Het besluit van 23 januari 2023 dient daarom wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te worden vernietigd.
2. De in de tussenuitspraak gegeven opdracht hield in dat de raad voor zover mogelijk alsnog diende te motiveren waarom bij de berekening van de parkeervraag van de gestapelde woningen is uitgegaan van parkeernormen voor appartementen binnen het type 'koop etage goedkoop', dan wel alsnog een nieuwe berekening van de parkeervraag te maken en aan het plan ten grondslag te leggen en zo nodig een ander besluit te nemen.
3. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad een gewijzigde parkeerbalans aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd. In deze gewijzigde parkeerbalans is uitgegaan van een worst case-scenario, waarbij de in het plangebied voorziene gestapelde woningen allemaal in het duurste segment worden gebouwd met een corresponderende parkeernorm van 2 parkeerplaatsen per appartement. De raad meent dat met de gewijzigde parkeerbalans alsnog inzichtelijk is gemaakt dat in de parkeerbehoefte van het woningbouwprogramma Nieuw Trompenburg kan worden voorzien.
De zienswijze
4. [appellant] en anderen voeren aan dat nog steeds niet voldoende inzichtelijk is gemaakt dat de benodigde parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd binnen het plangebied. Volgens hen had niet moeten worden gerekend met zes aanvullende parkeerplaatsen, maar negen. Hierbij wijzen zij erop dat uit de gewijzigde parkeerbalans volgt dat het aantal parkeerplaatsen voor het segment 'kamerverhuur, zelfstandig' zou zijn teruggebracht, omdat drie woningen voor statushouders zijn gesloopt. Volgens [appellant] en anderen staat echter niet vast dat deze woningen niet worden teruggebouwd. Omdat het bestemmingsplan er blijkens de toelichting vanuit gaat dat de parkeervraag bij Rustenoord moet worden opgelost binnen het plangebied, had ook met de parkeervraag vanwege deze drie gesloopte woningen rekening moeten worden gehouden.
De beoordeling
5. De Afdeling stelt voorop dat de raad er blijkens de brief van 12 september 2023 vanuit is gegaan dat 16 van de in het plangebied voorziene gestapelde woningen zullen worden gerealiseerd in het middensegment, en 4 in de vrije sector. Dit is ook als zodanig anterieur overeengekomen met de ontwikkelaar. Niettemin is in de gewijzigde parkeerbalans die de raad heeft overgelegd uitgegaan van de situatie dat alle 20 gestapelde woningen in het duurste segment (‘etage duur’) worden gebouwd met een corresponderende parkeernorm van 2 parkeerplaatsen per woning. Verder is de parkeerbalans op één punt geactualiseerd. Het aantal parkeerplaatsen voor het segment 'kamerverhuur, zelfstandig' is teruggebracht van 81 naar 78. In het aantal van 81 was namelijk rekening gehouden met 3 woningen voor statushouders, maar deze woningen zijn inmiddels gesloopt. De parkeerbehoefte voor die woningen is dus komen te vervallen. De parkeervraag neemt als gevolg van de gewijzigde uitgangspunten toe met ten hoogste 6 parkeerplaatsen. Deze kunnen volgens de raad worden gerealiseerd binnen het plangebied. In totaal worden er 173 parkeerplaatsen gerealiseerd, afgezet tegen een parkeerbehoefte van 171 parkeerplaatsen, zodat het plan volgens de parkeerbalans voldoet aan de geldende parkeernormen.
6. In hetgeen [appellant] en anderen hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen aanknopingspunten voor de conclusie dat de raad het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek niet heeft hersteld. Hierbij betrekt de Afdeling dat er een nieuwe parkeerbalans is gemaakt (tabel 4e), waaruit volgt dat het plan, uitgaande van de maximale planologische mogelijkheden, voldoet aan de geldende parkeernormen als bedoeld in de Beleidsregel Parkeernormen 2019 Lisse. Volgens de nieuwe berekeningen ontstaat er een positieve parkeerbalans van +2 parkeerplaatsen. Dat deze parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd binnen het plangebied volgt bovendien uit de bij de brief van 12 september 2023 gevoegde inrichtingstekeningen.
Hetgeen [appellant] en anderen hebben aangevoerd slaagt naar het oordeel van de Afdeling niet. Dat bij het bepalen van de parkeerbehoefte niet mag worden uitgegaan van de afspraken zoals die zijn neergelegd in de anterieure overeenkomst mist feitelijke grondslag, omdat er voor de appartementen worst-case is gerekend met de parkeernorm ‘koop, etage duur’. Dat in de parkeerbalans ten onrechte rekening is gehouden met drie gesloopte woningen binnen Rustoord, omdat deze woningen op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Lisse Dorp 1995" kunnen worden teruggebouwd, slaagt evenmin omdat er naar het oordeel van de Afdeling bij het bepalen van de actuele parkeerbehoefte rekening mag worden gehouden met de actuele, feitelijke situatie buiten het plangebied. Dat rekening is gehouden met de sloop van drie woningen, zodat de parkeerbehoefte van Rustoord (fase 1) is teruggebracht van 81 naar 78 parkeerplekken, betekent dan ook niet dat bij het bepalen van de parkeerbehoefte van het plan van een te klein aantal parkeerplaatsen is uitgegaan. Hierbij betrekt de Afdeling dat, zoals ook blijkt uit de tussenuitspraak, de parkeervraag die uitgaat van Rustoord geen gevolg is van de in het plan voorziene ontwikkeling.
Het betoog slaagt niet.
Conclusie
7. Gelet op het vorenstaande is het in de tussenuitspraak vastgestelde gebrek aan het besluit hersteld en ziet de Afdeling aanleiding om de rechtsgevolgen van het besluit van 23 januari 2023 met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Awb geheel in stand te laten.
Het besluit van 16 juni 2022
8. Omdat het besluit van 23 januari 2023 in stand blijft, waarbij het besluit van 16 juni 2022 geheel is vervangen, komt aan het oorspronkelijke besluit van 16 juni 2022 geen betekenis meer toe. Onder deze omstandigheden en omdat overigens niet is gebleken van enig belang, is de Afdeling van oordeel dat [appellant] en anderen geen belang meer hebben bij een inhoudelijke bespreking van hun beroep voor zover dat is gericht tegen het besluit van 16 juni 2022. Dat betekent dat het beroep tegen dat besluit niet-ontvankelijk is.
Proceskosten
9. De raad moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het van rechtswege ontstane beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Lisse van 23 januari 2023 tot het opnieuw, gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan
"Nieuw Trompenburg" gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Lisse van
23 januari 2023 tot vaststelling van het bestemmingsplan
"Nieuw Trompenburg";
III. bepaalt dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven;
IV. verklaart het beroep tegen het besluit van 16 juni 2022
niet-ontvankelijk;
V. veroordeelt de raad van de gemeente Lisse tot vergoeding van bij [appellant] en anderen in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van
€ 2092,50 geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan één van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
VI. gelast dat de raad van de gemeente Lisse aan [appellant] en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 184,00 vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan één van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. H.J.M. Baldinger en mr. N.H. van den Biggelaar, leden, in tegenwoordigheid van mr. W. Sommer, griffier.
w.g. Scholten
voorzitter
w.g. Sommer
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 december 2023