ECLI:NL:RVS:2023:4738
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen niet-ontvankelijk verklaring verblijfsvergunning asiel
Op 20 december 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 15 februari 2023 het beroep van de vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit betrof de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die op 11 augustus 2022 was ingewilligd. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F. van Dijk, heeft hoger beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank.
De enige grief in het hoger beroep betreft een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord. De Afdeling verwijst naar een eerdere uitspraak van 21 september 2022, waarin het belang van doorprocederen over de verleningsgrond van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd werd besproken. De Afdeling oordeelt dat de grief geen aanleiding geeft om in dit geval anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak.
De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De beslissing is genomen door mr. D.A. Verburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.K. de Keizer, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 20 december 2023.