ECLI:NL:RVS:2023:4738

Raad van State

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
202301682/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep vreemdeling tegen niet-ontvankelijk verklaring verblijfsvergunning asiel

Op 20 december 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 15 februari 2023 het beroep van de vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit betrof de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die op 11 augustus 2022 was ingewilligd. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F. van Dijk, heeft hoger beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank.

De enige grief in het hoger beroep betreft een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord. De Afdeling verwijst naar een eerdere uitspraak van 21 september 2022, waarin het belang van doorprocederen over de verleningsgrond van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd werd besproken. De Afdeling oordeelt dat de grief geen aanleiding geeft om in dit geval anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak.

De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De beslissing is genomen door mr. D.A. Verburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.K. de Keizer, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 20 december 2023.

Uitspraak

202301682/1/V1.
Datum uitspraak: 20 december 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 15 februari 2023 in zaak nr. NL22.17766 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 11 augustus 2022 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.
Bij uitspraak van 15 februari 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F. van Dijk, advocaat te Groningen, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.1.    De enige grief gaat namelijk over een rechtsvraag die de Afdeling eerder heeft beantwoord (onder meer de uitspraak van 21 september 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2709, onder 4 tot en met 5.1, over het belang bij doorprocederen over de verleningsgrond van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en artikel 46, tweede lid, van de Procedurerichtlijn). De grief biedt geen reden hierover in dit geval anders te oordelen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. D.A. Verburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.K. de Keizer, griffier.
w.g. Verburg
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. De Keizer
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 december 2023
716-966