ECLI:NL:RVS:2023:4563
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 8 december 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was op 30 oktober 2023 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank had op 20 november 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.K. Bhadai, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
In de uitspraak van 8 december 2023 oordeelt de Raad van State dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De enkele onrechtmatigheid van de voorafgaande maatregel maakt niet automatisch de huidige maatregel onrechtmatig. De Raad van State concludeert dat er geen vragen zijn die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden.
De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de bewaring van de vreemdeling niet onrechtmatig is. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, griffier.