ECLI:NL:RVS:2023:4456
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvragen
In deze zaak gaat het om een verzoek om voorlopige voorziening en hoger beroep van vreemdelingen tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 15 september 2023 de aanvragen van de vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De rechtbank heeft op 8 november 2023 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. H.C.Ch. Kneuvels, hebben hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 30 november 2023 uitspraak gedaan. De rechter oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat deze terecht en op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. De voorzieningenrechter neemt de motivering van de rechtbank over en concludeert dat het hoger beroep ongegrond is. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier, en is openbaar uitgesproken op 30 november 2023.