ECLI:NL:RVS:2023:442
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 2 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek om een voorlopige voorziening had ingediend. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 13 januari 2023 de aanvragen van twee vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gegrond had verklaard. De rechtbank had de besluiten van de staatssecretaris van 15 december 2022, waarin deze aanvragen niet in behandeling waren genomen, vernietigd en de staatssecretaris opgedragen nieuwe besluiten te nemen met inachtneming van de uitspraak.
De staatssecretaris verzocht de voorzieningenrechter om de uitvoering van de uitspraak van de rechtbank op te schorten totdat de Afdeling op zijn hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdelingen afgewogen en besloten dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. Dit besluit is genomen met toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht.
De voorzieningenrechter heeft tevens bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 2 februari 2023, en de voorzieningenrechter, mr. A.W.M. Bijloos, heeft de beslissing vastgesteld in tegenwoordigheid van de griffier, mr. E. de Groot.