ECLI:NL:RVS:2023:4084
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en hoger beroep
Op 6 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 20 juni 2023 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. G.H.P. Buren, advocaat te Rotterdam, heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam. De rechtbank heeft op 20 september 2023 het beroep ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld.
De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld dat de afwijzing van de aanvraag van de vreemdeling gerechtvaardigd was. De Raad van State heeft de motivering van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. Daarom is het hoger beroep ongegrond verklaard en wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Deze uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de regels omtrent asielaanvragen en de rol van de rechterlijke macht in het waarborgen van de rechtsbescherming van vreemdelingen. De beslissing van de Raad van State is openbaar uitgesproken op 6 november 2023.