ECLI:NL:RVS:2023:4081
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 1 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die op 1 augustus 2023 een aanvraag indiende voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 18 oktober 2023 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg om een nieuw besluit te nemen op de aanvraag.
De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet hoeft te voldoen aan de uitspraak van de rechtbank totdat het hoger beroep is behandeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het hoger beroep nader onderzoek vergt, en dat de procedure zich daar niet goed voor leent. Daarom heeft hij besloten om de voorlopige voorziening te treffen, waardoor de staatssecretaris niet verplicht is om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 1 november 2023, en is vastgesteld door mr. J.J.W.P. van Gastel, met mr. E.L. Iedema als griffier.