ECLI:NL:RVS:2023:3989

Raad van State

Datum uitspraak
27 oktober 2023
Publicatiedatum
27 oktober 2023
Zaaknummer
202306386/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 1 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een eerder terugkeerbesluit aangevuld. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, maar deze verklaarde zich op 3 oktober 2023 onbevoegd om van het beroep kennis te nemen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.K. Bhadai, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 27 oktober 2023 uitspraak gedaan in deze zaak.

De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld dat zij zich onbevoegd verklaarde. De Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over en concludeert dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. Daarom is het hoger beroep ongegrond verklaard en wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd.

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden. De beslissing is genomen door mr. J.M. Willems, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 27 oktober 2023.

Uitspraak

202306386/1/V3.
Datum uitspraak: 27 oktober 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 3 oktober 2023 in zaak nr. NL23.29523 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 1 september 2023 heeft de staatssecretaris een eerder genomen terugkeerbesluit aangevuld.
Bij uitspraak van 3 oktober 2023 heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard van het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep kennis te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.K. Bhadai, advocaat te Den Haag, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank is namelijk terecht en op goede gronden tot haar oordeel gekomen. De Afdeling neemt de motivering onder 3 van de uitspraak van de rechtbank over.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J.M. Willems, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier.
w.g. Willems
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Schipper
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 27 oktober 2023
872