ECLI:NL:RVS:2023:3883
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 19 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 17 juli 2023 niet in behandeling genomen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.G. Wiebes, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 6 oktober 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 19 oktober 2023, waarbij mr. J.J.W.P. van Gastel als voorzieningenrechter en mr. R.H.L. Dallinga als griffier aanwezig waren. De beslissing bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.