20.1.Weliswaar zal door de realisering van het plan het uitzicht en de privacy van [appellant sub 4] feitelijk afnemen, maar naar het oordeel van de Afdeling bestaat geen grond om aan te nemen dat als gevolg van het plan het verlies van uitzicht en de afname van privacy van [appellant sub 4] zodanig zal zijn dat de raad daaraan een doorslaggevend gewicht had moeten toekennen. Van belang is dat er geen recht bestaat op een blijvend vrij uitzicht. Daarnaast is van belang dat de afstand tussen de woning van [appellant sub 4] en het voorziene appartementencomplex ongeveer 60 m bedraagt. Gelet op het voorgaande heeft de raad zich naar het oordeel van de Afdeling op het standpunt mogen stellen dat het uitzicht en de privacy van [appellant sub 4] niet onaanvaardbaar zal worden aangetast door het plan.
Herhalen en inlassen zienswijze
21. Waar [appellant sub 4] voor het overige verzoekt de inhoud van zijn zienswijze als herhaald en ingelast in het beroepschrift te beschouwen, overweegt de Afdeling dat in de zienswijzennota is ingegaan op die zienswijze. [appellant sub 4] heeft in zijn beroepschrift en op de zitting geen redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de zienswijze onjuist of onvolledig zou zijn.
22. De beroepen van [appellant sub 2], [appellant sub 3] en [appellant sub 4] zijn ongegrond.
23. Deze uitspraak is voor [appellant sub 2], [appellant sub 3] en [appellant sub 4] een einduitspraak.
24. De raad hoeft de proceskosten van [appellant sub 2], [appellant sub 3] en [appellant sub 4] niet te vergoeden.
25. Het beroep van [appellant sub 1] heeft gebreken in het bestreden besluit aan het licht gebracht die mogelijk kunnen worden hersteld.
Met het oog op een spoedige beslechting van het geschil zal de Afdeling de raad opdragen om deze gebreken binnen 16 weken na verzending van deze uitspraak te herstellen. De raad kan dat doen door:
- met inachtneming van wat is overwogen onder 6.1, artikel 13.2.2, onder a, van de planregels te wijzigen, zodat de bouwhoogte van de woontoren die is voorzien op de gronden met de bestemming "Woongebied - 3" 50 m bedraagt;
- met inachtneming van wat is overwogen onder 9.4, artikel 13.2.2, onder c, van de planregels te wijzigen, zodat duidelijkheid wordt geboden over de vraag wat onder een aanvaardbaar windklimaat moet worden verstaan.
De raad moet de Afdeling en [appellant sub 1] de uitkomst meedelen en het gewijzigde of nieuwe besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekendmaken en meedelen. De raad hoeft afdeling 3.4 van de Awb niet opnieuw toe te passen.
26. Voor [appellant sub 1] is deze uitspraak een tussenuitspraak. In de einduitspraak op zijn beroep wordt beslist over vergoeding van zijn proceskosten en het door hem betaalde griffierecht.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen van [appellanten sub 2], [appellanten sub 3] en [appellanten sub 4] ongegrond.
draagt de raad van de gemeente Westland op om binnen 16 weken na verzending van deze uitspraak:
- met inachtneming van overweging 25 de daar omschreven gebreken in het besluit van 15 februari 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Waelpolder" te herstellen, en
- de Afdeling en [appellant sub 1] de uitkomst mee te delen en het gewijzigde of nieuwe besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mee te delen.
Aldus vastgesteld door mr. P.H.A. Knol, voorzitter, en mr. J.J.W.P. van Gastel en mr. H.J.M. Besselink, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Franke, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 27 september 2023