ECLI:NL:RVS:2023:2422

Raad van State

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
202107145/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake bestemmingsplan "Sportlaan Westzijde" en de motivering van de raad van de gemeente Hoeksche Waard

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 21 juni 2023 uitspraak gedaan over het bestemmingsplan "Sportlaan Westzijde" van de gemeente Hoeksche Waard. Dit volgde op een tussenuitspraak van 11 januari 2023, waarin de raad was opgedragen om gebreken in het oorspronkelijke besluit van 21 september 2021 te herstellen. De Afdeling oordeelde dat het oorspronkelijke plan in strijd was met artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening, omdat de raad niet voldoende had gemotiveerd waarom de woningen niet binnen het bestaand stedelijk gebied konden worden gerealiseerd. Caravanpark Bonaventure B.V. had hiertegen beroep aangetekend, stellende dat er binnen het bestaand stedelijk gebied nog ruimte was voor 15 woningen.

De raad heeft in een gewijzigd besluit van 28 maart 2023 het bestemmingsplan aangepast, maar Bonaventure bleef van mening dat de motivering onvoldoende was. De Afdeling heeft geoordeeld dat de raad de gebreken in het oorspronkelijke plan had hersteld en dat het beroep van Bonaventure tegen het gewijzigde plan ongegrond was. De Afdeling heeft ook overwogen dat de raad niet verplicht was om eerst gebruik te maken van de ruimte binnen het bestaand stedelijk gebied voordat buiten dat gebied gebouwd kon worden.

De Afdeling heeft het beroep van Bonaventure tegen het oorspronkelijke plan gegrond verklaard en dit besluit vernietigd, maar het beroep tegen het gewijzigde plan ongegrond verklaard. De raad is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Bonaventure, die in totaal € 2.117,48 bedragen, inclusief griffierecht van € 360,00.

Uitspraak

202107145/2/R3.
Datum uitspraak: 21 juni 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
Caravanpark Bonaventure B.V. (hierna: Bonaventure), gevestigd te Strijen, gemeente Hoeksche Waard,
appellante,
en
de raad van de gemeente Hoeksche Waard,
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 11 januari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:90, heeft de Afdeling de raad opgedragen om de geconstateerde gebreken in het besluit van 21 september 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Sportlaan Westzijde" te herstellen (hierna: het oorspronkelijke plan).
Bij besluit van 28 maart 2023 heeft raad het bestemmingsplan "Sportlaan Westzijde" gewijzigd vastgesteld.
Bonaventure heeft daarover een zienswijze naar voren gebracht.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Gebreken in het oorspronkelijke plan
1.       De Afdeling heeft onder 12 van de tussenuitspraak geoordeeld dat  het plan in strijd is met artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: het Bro). De raad heeft deugdelijk onderbouwd dat er behoefte bestaat aan de woningen in het plangebied, maar heeft in de plantoelichting niet gemotiveerd waarom de woningen niet binnen het bestaand stedelijk gebied kunnen worden gerealiseerd.
Ook heeft de Afdeling onder 18.1 van de tussenuitspraak geoordeeld dat niet voldoende is verzekerd dat de woningen langs het caravanpark van Bonaventure een diepe tuin zullen krijgen en zo op een grotere afstand van de erfgrens met het caravanpark komen te liggen. De raad heeft het plan op dit punt in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) niet met de vereiste zorgvuldigheid vastgesteld.
2.       Als gevolg van deze gebreken is het beroep van Bonaventure tegen het oorspronkelijke plan gegrond. Dat plan moet daarom vernietigd worden.
Het gewijzigde plan
3.       Het beroep van Bonaventure is op grond van artikel 6:19 van de Awb automatisch ook gericht tegen het gewijzigde plan. De Afdeling is van oordeel dat dit beroep ongegrond is, omdat de raad de geconstateerde gebreken heeft hersteld. De Afdeling zal dit oordeel hierna motiveren. Daarbij zal zij eerst de wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke plan bespreken. Vervolgens zal zij de gronden van Bonaventure tegen het gewijzigde plan bespreken.
Motivering waarom de woningen niet binnen het bestaand stedelijk gebied kunnen worden gerealiseerd
4.       De raad heeft in de plantoelichting gemotiveerd waarom de woningen niet binnen het bestaand stedelijk gebied kunnen worden gerealiseerd. Volgens de plantoelichting kan slechts een deel van de woningbehoefte binnen het bestaand stedelijk gebied worden gerealiseerd. Uit de woningmarktanalyse 2019 (Companen 2020) voor het oorspronkelijke plan volgt dat er in Strijen 185 woningen moeten worden gebouwd voor diverse doelgroepen. In de nieuwste behoefteraming is de behoefte voor Strijen vastgesteld op 359 woningen. In de woningbouwplanning zijn nu volgens de plantoelichting ongeveer 14 binnenstedelijke inbreidings- en transformatielocaties aangewezen waar in totaal 73 woningen kunnen worden toegevoegd. Het gaat daarbij onder meer om een aantal zogeheten "zachte" plannen voor locaties waar in totaal 15 woningen kunnen worden gebouwd. Dat betekent volgens de plantoelichting dat binnen bestaand stedelijk gebied sprake is van kleine locaties waarop een beperkt aantal woningen gebouwd kunnen worden. Uit kaarten blijkt volgens de plantoelichting dat alle overige binnenstedelijke ruimte binnen de kern Strijen in gebruik is voor stedelijke functies zoals wonen, bedrijventerrein en sport. Er zijn verder geen onbebouwde of vrijgekomen locaties beschikbaar met een oppervlakte van in totaal 3,3 ha om te kunnen voorzien in de behoefte voor de beoogde 89 woningen.
Toevoeging "specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouw uitgesloten"
5.       In de tweede plaats heeft de raad de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouw uitgesloten" toegekend aan de gronden in het plangebied langs het caravanpark. Deze gronden hebben een breedte van ongeveer 9 m. In artikel 6.2.1, onder g, van de planregels is bepaald dat ter plaatse van deze aanduiding hoofdgebouwen niet zijn toegestaan.
Heeft de raad deugdelijk gemotiveerd waarom de woningen niet binnen het bestaand stedelijk gebied kunnen worden gerealiseerd?
6.       Bonaventure betoogt dat de raad niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom de woningen niet binnen het bestaand stedelijk gebied kunnen worden gerealiseerd. Zij heeft er daarbij op gewezen dat het op basis van de zachte plancapaciteit mogelijk is om nog 15 woningen binnen bestaand stedelijk gebied te realiseren. Volgens haar moet eerst van die capaciteit gebruik worden gemaakt voordat buiten bestaand stedelijk gebied kan worden gebouwd.
6.1.    De Afdeling is van oordeel dat de raad deugdelijk heeft gemotiveerd waarom de woningen niet binnen het bestaand stedelijk gebied kunnen worden gerealiseerd. Het is op grond artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro geen verplichting om eerst van ruimte binnen bestaand stedelijk gebied gebruik te maken voordat buiten bestaand stedelijk gebied kan worden gebouwd. Zoals de Afdeling onder 2.5 van haar uitspraak van 28 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1724, heeft overwogen, schrijft deze bepaling namelijk geen vooraf bepaald resultaat voor. Deze bepaling verplicht de raad er alleen toe om te motiveren waarom binnen stedelijk gebied niet in de behoefte aan een bepaalde ontwikkeling kan worden voorzien. Dat heeft de raad gedaan door in de plantoelichting te motiveren waarom binnen het bestaand stedelijk gebied onvoldoende ruimte is om aan de betrokken woningbehoefte in Strijen te voldoen. Bonaventure heeft niet bestreden dat er binnen het bestaand stedelijk gebied onvoldoende ruimte is om aan deze woningbehoefte in Strijen te voldoen. Zij heeft nog gewezen op een aantal gebieden die aan drie zijden aan bestaand stedelijk gebieden grenzen, maar dat zijn geen gebieden binnen bestaand stedelijk gebied. Zoals de Afdeling onder 10.2 van de tussenuitspraak heeft overwogen, kunnen gebieden die op zichzelf niet als bestaand stedelijk gebied kunnen worden aangemerkt en die ook niet aan alle zijden zijn omsloten door bestaand stedelijk gebied, namelijk niet als bestaand stedelijk gebied worden aangemerkt. De raad is op grond van artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro niet verplicht om te motiveren waarom niet voor een ander gebied buiten bestaand stedelijk gebied is gekozen.
Het betoog slaagt niet.
Is in het gewijzigde plan voldoende verzekerd dat de woningen langs het caravanpark een diepe tuin zullen krijgen?
7.       Bonaventure betoogt dat in het gewijzigde plan niet voldoende is verzekerd dat de woningen langs haar caravanpark een diepe tuin zullen krijgen. Weliswaar kunnen op de strook grond langs haar caravanpark geen hoofdgebouwen worden opgericht, maar dat neemt niet weg dat daarop aan- en uitbouwen kunnen worden gerealiseerd. Daardoor kunnen de woningen toch op korte afstand van haar caravanpark komen te staan. Ook is het mogelijk op die strook grond vergunningvrij bijbehorende werken te realiseren.
7.1.    De Afdeling is van oordeel dat in het gewijzigde plan voldoende is verzekerd dat de woningen langs het caravanpark van Bonaventure een diepe tuin zullen krijgen. Op een strook grond met een breedte van ongeveer 9 m langs het caravanpark met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouw uitgesloten" zijn op grond van de planregels geen hoofdgebouwen toegestaan. Het is op grond van de planregels wel toegestaan om op die strook grond aan- en uitbouwen te realiseren, maar dat betekent niet dat deze strook grond kan worden volgebouwd met aan- en uitbouwen. In artikel 6.2.2, onder c en d, van de planregels zijn namelijk beperkingen gesteld aan de totale oppervlakte van aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen op het zij- en achtererf. Deze oppervlakte mag op percelen met een oppervlak kleiner dan 500 m2 niet meer dan 65 m² bedragen. Op percelen met een oppervlak van ten minste 500 m² mag de totale oppervlakte van aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen op het zij- en achtererf niet meer dan 100 m² bedragen. Bovendien is in artikel 6.2.2, onder g, bepaald dat de maximale diepte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen die worden aangebouwd aan de achtergevel van aaneengebouwde hoofdgebouwen ten hoogste 2,75 m mag bedragen.
Er zijn verder geen locatiespecifieke omstandigheden die maken dat de raad het vergunningvrij bouwen op deze percelen had moeten inperken. Daarbij betrekt de Afdeling dat het geconstateerde gebrek betrekking had op de afstand van de woningen tot de perceelsgrens en vergunningvrij alleen bijbehorende bouwwerken kunnen worden gerealiseerd.
Het betoog slaagt niet.
VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering"
8.       Bonaventure betoogt dat de raad niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat van de aanbevolen richtafstand tot een kampeerterrein in de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering" kan worden afgeweken. Volgens haar hebben recreanten op een kampeerterrein een ander levensritme dan bewoners van reguliere woningen. Ter onderbouwing wijst zij op een rapport van Van der Reest Advies. Ook wijst zij erop dat bij een ander ruimtelijk initiatief in Strijen, "Beleef het en Eet het", niet is afgeweken van de aanbevolen richtafstand in de VNG-brochure.
8.1.    Bonaventure keert zich met dit betoog tegen wat de Afdeling onder 13.2 van de tussenuitspraak heeft geoordeeld. De Afdeling overweegt dat zij behalve in uitzonderlijke gevallen niet kan terugkomen van een in de tussenuitspraak gegeven oordeel. Een uitzonderlijk geval is hier niet aan de orde, zodat de Afdeling uitgaat van het in de tussenuitspraak gegeven oordeel.
Het betoog slaagt niet.
Proceskosten
9.       De raad moet de proceskosten van Bonaventure en het door haar betaalde griffierecht vergoeden, omdat haar beroep tegen het oorspronkelijke plan gegrond is.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het beroep van Caravanpark Bonaventure B.V. tegen het besluit van de raad van de gemeente Hoeksche Waard van 21 september 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Sportlaan Westzijde" gegrond;
II.       vernietigt dit besluit;
III.      verklaart het beroep van Caravanpark Bonaventure B.V. tegen het besluit van de raad van de gemeente Hoeksche Waard van 28 maart 2023 tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan "Sportlaan Westzijde" ongegrond;
IV.      veroordeelt de raad van de gemeente Hoeksche Waard tot vergoeding van bij Caravanpark Bonaventure B.V. in verband met de behandeling van haar beroepen opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.117,48, waarvan € 2.092,50 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V.       gelast dat de raad van de gemeente Hoeksche Waard aan Caravanpark Bonaventure B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 360,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.J.W.P. van Gastel, voorzitter, en mr. P.H.A. Knol en mr. B. Meijer, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.
w.g. Van Gastel
voorzitter
w.g. Van Driel Kluit
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 21 juni 2023
703