ECLI:NL:RVS:2023:2340
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 13 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen, samen met hun minderjarige kinderen, een verzoek om voorlopige voorziening hebben ingediend. Dit verzoek volgde op besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 21 maart 2023, waarin aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling zijn genomen. De rechtbank Den Haag had eerder, op 26 april 2023, het beroep van de vreemdelingen ongegrond verklaard, waarop zij hoger beroep hebben ingesteld.
De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zouden worden uitgezet totdat er een beslissing op hun hoger beroep was genomen, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, na het horen van de argumenten, besloten dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat het hoger beroep is beslist. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Deze uitspraak is gedaan in het kader van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de voorzieningenrechter gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om een voorlopige voorziening te treffen. De uitspraak benadrukt het belang van het recht op een eerlijk proces en de bescherming van de rechten van vreemdelingen in asielprocedures.