ECLI:NL:RVS:2023:232
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 20 januari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 5 november 2022 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 23 december 2022 het beroep gegrond verklaarde en de afwijzing van de staatssecretaris vernietigde, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand hield. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D.W. Beemers, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de motivering van de rechtbank werd overgenomen. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van de motivering van lagere rechters en de voorwaarden waaronder een voorlopige voorziening kan worden getroffen. De beslissing werd genomen door voorzieningenrechter A.W.M. Bijloos, in tegenwoordigheid van griffier J. van de Kolk, en werd openbaar uitgesproken op 20 januari 2023.