ECLI:NL:RVS:2023:223

Raad van State

Datum uitspraak
19 januari 2023
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
202206856/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. Schipper-Spanninga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen inbewaringstelling van vreemdeling door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 19 januari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was op 9 november 2022 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank had op 24 november 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Hol, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht geen aanleiding gezien om tot een ander oordeel te komen dan in een eerdere uitspraak van de Afdeling van 7 maart 2022. De staatssecretaris had het Gemeenschappelijk Grens Coördinatiecentrum geraadpleegd, waaruit bleek dat de vreemdeling een verblijfsrecht in Duitsland had. Dit gaf aanleiding om aan te nemen dat de noodzakelijke reisbescheiden binnen korte termijn beschikbaar zouden zijn.

Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Daarom was er geen noodzaak voor verdere motivering van het oordeel. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden.

Uitspraak

202206856/1/V3.
Datum uitspraak: 19 januari 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 24 november 2022 in zaak nr. NL22.23362 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 9 november 2022 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 24 november 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Hol, advocaat te Haarlem, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft namelijk terecht geen aanknopingspunten gezien voor een vergelijkbaar oordeel als in de uitspraak van de Afdeling van 7 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:667, onder 3. Uit de maatregel van bewaring volgt dat de staatssecretaris het Gemeenschappelijk Grens Coördinatiecentrum (GGC) heeft geraadpleegd. Dat wordt bemand door personeel van de Koninklijke Marechaussee en de Bundespolizei. Het GGC heeft bevestigd dat de vreemdeling een verblijfsrecht heeft in Duitsland, waardoor op het moment van inbewaringstelling kon worden aangenomen dat de noodzakelijke reisbescheiden binnen korte termijn voorhanden zouden zijn (artikel 59, tweede lid, van de Vw 2000).
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J. Schipper-Spanninga, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Schippers, griffier.
w.g. Schipper-Spanninga
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Schippers
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 januari 2023
873