ECLI:NL:RVS:2023:1896
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- D.A. Verburg
- M. Soffers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 15 mei 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 7 oktober 2022 een asielverzoek ingediend, waarna de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een vrijheidsontnemende maatregel oplegde. De rechtbank had op 7 november 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het aanmeldgehoor niet onredelijk laat had plaatsgevonden en dat de staatssecretaris de vrijheidsontnemende maatregel niet te lang had laten voortduren. De Afdeling benadrukte dat de rechtbank zich niet had bemoeid met de inhoudelijke behandeling van het asielverzoek, maar enkel had gekeken naar de voortvarendheid van de procedure.
Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Steendijk als voorzitter, met mr. D.A. Verburg en mr. M. Soffers als leden, in aanwezigheid van mr. J. van de Kolk als griffier.