ECLI:NL:RVS:2023:1893
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- D.A. Verburg
- M. Soffers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 15 mei 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een beslissing van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdeling had op 7 oktober 2022 een asielverzoek ingediend, waarna op 10 oktober 2022 een aanmeldgehoor plaatsvond. De staatssecretaris legde de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel op, welke op 11 oktober 2022 werd opgeheven. De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van de vreemdeling tegen deze maatregel op 7 november 2022 ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het aanmeldgehoor niet onredelijk laat had plaatsgevonden en dat de staatssecretaris de vrijheidsontnemende maatregel niet te lang had laten voortduren. De Afdeling benadrukte dat de rechtbank zich niet had bemoeid met de inhoudelijke behandeling van het asielverzoek, maar enkel het vereiste van voortvarend handelen had beoordeeld. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor verdere motivering niet nodig was.
Uiteindelijk werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 mei 2023.