ECLI:NL:RVS:2023:1880
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 10 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 30 januari 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, had op 2 mei 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat zijn opvang zou worden beëindigd voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter overwoog dat de vreemdeling op 10 mei 2023 was geïnformeerd dat zijn opvang diezelfde dag zou worden beëindigd. Gezien de urgentie van de situatie en het feit dat er niet tijdig kon worden beoordeeld of de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep zou worden vernietigd, besloot de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de beëindiging van de opvang van de vreemdeling achterwege blijft totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. Daarnaast werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 837,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.