ECLI:NL:RVS:2023:1785
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 9 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 7 maart 2023 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.P.M. Ngasirin, heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 7 april 2023 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. De motivering van de rechtbank is door de Afdeling overgenomen. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor het hoger beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van asielaanvragen en de rol van de rechter in het waarborgen van rechtsbescherming voor vreemdelingen. De beslissing van de voorzieningenrechter werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.