BIJLAGE
Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant
Artikel 1.1 (begripsbepaling)
[…] bestaand bouwperceel: Een bouwperceel waarbinnen het geldend bestemmingsplan het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 100 m2 toelaat; […].
Artikel 3.71 (bestaande niet-agrarische functie in landelijk gebied)
Een bestemmingsplan van toepassing op Landelijk gebied bevat regels voor een bestaande niet-agrarische functie die:
a. de bestaande planologische gebruiksactiviteit vastleggen;
b. een toename van de gebruiksoppervlakte voor mestbewerking uitsluiten;
c. kunnen voorzien in een redelijke uitbreiding, als dat past binnen de gewenste ontwikkelingsrichting van het gebied waarbij de volgende aspecten zijn betrokken:
1. een gebiedsgerichte benadering welke activiteiten en functies passen in de omgeving;
2. welke effecten de mogelijke ontwikkeling heeft op andere aspecten, waaronder mobiliteit, agrarische ontwikkeling, leefbaarheid en leegstand elders;
3. hoe de uitbreiding bijdraagt aan het versterken van de omgevingskwaliteit, waaronder een bijdrage aan de sloop van overtollig en leegstaand vastgoed in het Landelijk gebied.
Artikel 3.73, eerste lid (vestiging niet-agrarische functie in landelijk gebied)
Een bestemmingsplan van toepassing op Landelijk gebied kan voorzien in de vestiging van een niet-agrarische functie op een bestaand bouwperceel als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a. de vestiging past binnen de ontwikkelingsrichting van het gebied waarbij de volgende aspecten zijn betrokken:
1. een gebiedsgerichte benadering welke activiteiten en functies passen in de omgeving;
2. welke effecten de mogelijke ontwikkeling heeft op andere aspecten, waaronder mobiliteit, agrarische ontwikkeling, leefbaarheid en leegstand elders;
3. hoe de vestiging bijdraagt aan het versterken van de omgevingskwaliteit, waaronder een bijdrage aan de sloop van overtollig en leegstaand vastgoed in het Landelijk gebied.
b. er vindt geen splitsing plaats van het bouwperceel;
c. overtollige bebouwing wordt gesloopt;
d. de vestiging heeft geen betrekking op:
1. een kantoor met baliefunctie;
Bestemmingsplan "Zandstraat 16a"
Artikel 3.1 (Natuur, bestemmingsomschrijving)
De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. bos en natuur, heidevelden en vennen;
b. behoud, herstel en ontwikkeling van aanwezige en potentiële natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden;
c. extensief agrarisch gebruik in de vorm van beweiding en voederwinning;
d. extensieve dagrecreatie met bijbehorende voorzieningen;
e. onverharde wegen en paden;
f. water, (natuurvriendelijke) oevers en bijbehorende voorzieningen zoals aanlegsteigers.
Artikel 4.1 (Recreatie - Verblijfsrecreatie, bestemmingsomschrijving)
De voor "Recreatie - Verblijfsrecreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. verblijfsrecreatieve eenheden met voorzieningen voor dienstverlening en beheer gronden;
b. kleinschalige en aan de verblijfsrecreatie ondergeschikte nevenfuncties:
1. vergaderen en zakelijke bijeenkomsten;
2. horeca, uitsluitend in horecacategorie 1a, van maximaal 100 m2 met buitenterras;
3. verkoop aan huis van boerderij- en streekproducten van maximaal 100 m2;
4. dagrecreatieve voorzieningen;
7. speel- en sportvoorzieningen;
c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning;
d. de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.
Artikel 4.2.1 (Gebouwen en overkappingen)
b. de goothoogte van bedrijfswoningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van de bedrijfswoning ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van de bedrijfswoning ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;
c. met dien verstande dat voor de bijbehorende aangebouwde overkappingen bij bedrijfswoningen de volgende regels gelden:
1. de diepte van overkappingen aan de voor- en zijgevel mag ten hoogste 2 m bedragen;
2. de diepte van overkappingen aan de achtergevel mag ten hoogste 4 m bedragen.
Artikel 4.2.2 (Bouwwerken, geen gebouwen zijnde)
a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevellijn ten hoogste 1 m mag bedragen tenzij het een transparante erf- of terreinafscheiding met een maximale bouwhoogte van 2 m betreft;
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m.
Artikel 4.3 (Specifieke gebruiksregels)
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
d. het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken ten behoeve van de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie", indien de landschappelijke inpassing/kwaliteitsverbetering van het landschap conform het inrichtingsplan "Landschapsplan De Bottelroos (Moergestel)" d.d. 3 december 2018, zoals weergegeven in bijlage 2 bij de regels, binnen een jaar na inwerkingtreding van het voorliggende bestemmingsplan "Zandstraat 16a" niet volledig is uitgevoerd dan wel niet volledig in stand wordt gehouden, zo lang als de instandhouding van de kwaliteitsverbetering van het landschap in alle redelijkheid kan worden geëist.
Bestemmingsplan "Buitengebied geconsolideerd"
Artikel 4.6.1 (Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning)
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschap, natuur en cultuurhistorie - 1" zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
f. het aanleggen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen;