ECLI:NL:RVS:2023:1710
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot rechtmatig verblijf
Op 3 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een vreemdelingenzaak. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 27 juli 2022 een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document, dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen, afgewezen. Hiertegen had de vreemdeling bezwaar gemaakt, dat door de staatssecretaris op 6 oktober 2022 ongegrond was verklaard. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, heeft op 15 maart 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, met de opdracht om een nieuw besluit te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. De uitspraak van de rechtbank verplicht de staatssecretaris niet om het gevraagde document te verlenen, en de uitvoering van de uitspraak heeft geen onomkeerbare gevolgen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de staatssecretaris afgewezen en hem veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 837,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.