ECLI:NL:RVS:2023:1701
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 3 mei 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 21 december 2022 de aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag had op 27 januari 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Berends, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris op 28 maart 2023 laten weten dat hij het eerdere besluit heeft ingetrokken en de asielaanvraag van de vreemdeling in de nationale asielprocedure zal behandelen. De vreemdeling heeft echter aangegeven het hoger beroep niet volledig in te trekken en verzocht om een veroordeling van de staatssecretaris in de proceskosten.
De Afdeling heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vreemdeling onvoldoende belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling. Hij heeft immers bereikt wat hij met het hoger beroep beoogde, namelijk dat de staatssecretaris zijn asielaanvraag alsnog in behandeling heeft genomen. De Afdeling verwijst naar eerdere jurisprudentie waarin is vastgesteld dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden wanneer hij, als gevolg van tijdsverloop, de asielaanvraag alsnog in behandeling neemt. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.