ECLI:NL:RVS:2023:1409
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 7 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling had genomen. Dit besluit was genomen op 18 januari 2023. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 4 april 2023 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag moest nemen.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling afgewogen. De staatssecretaris verzocht om de voorlopige voorziening dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft besloten om aan dit verzoek te voldoen en heeft bepaald dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep.
De uitspraak is gedaan door mr. J.J.W.P. Van Gastel, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Jongeneel als griffier. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 7 april 2023.