ECLI:NL:RVS:2023:1208
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 28 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 26 januari 2023 niet in behandeling genomen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. C.J. Ullersma, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 9 maart 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat de in Zweden geregistreerde geboortedatum onjuist is en dat hij minderjarig is. De vreemdeling had geen identificerende documenten overgelegd ter ondersteuning van zijn claim. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moesten worden.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het hoger beroep ongegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 28 maart 2023.