ECLI:NL:RVS:2023:1204
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen overplaatsing vreemdeling naar Handhavings- en Toezichtlocatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) van 16 september 2022, waarbij de vreemdeling werd overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie te Hoogeveen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, had op 6 oktober 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 31 maart 2023 uitspraak gedaan. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank is bevestigd. De Raad van State oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moesten worden. Dit betekent dat de eerdere uitspraak van de rechtbank in stand blijft en dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door J.C.A. de Poorter, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T. van Goeverden-Clarenbeek, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 31 maart 2023.