ECLI:NL:RVS:2023:1199

Raad van State

Datum uitspraak
27 maart 2023
Publicatiedatum
27 maart 2023
Zaaknummer
202301474/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake wijziging persoonsgegevens in de basisregistratie personen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 23 maart 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door het college van burgemeester en wethouders van Gennep, naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg op 10 februari 2023. In die uitspraak verklaarde de rechtbank het beroep van de wederpartij gegrond, vernietigde het het besluit op bezwaar van 6 januari 2021 en herstelde het de situatie zoals die was op 3 augustus 2020. Het college werd opgedragen om binnen vier weken de geregistreerde gegevens van de wederpartij in de basisregistratie personen (brp) te wijzigen.

Het college heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat de gegevens in de brp niet gewijzigd hoeven te worden totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Tijdens de zitting op 23 maart 2023 heeft het college vijf punten van twijfel naar voren gebracht met betrekking tot de bewijskracht van de overgelegde documenten. De voorzieningenrechter oordeelde dat deze punten in de bodemzaak besproken moeten worden.

De voorzieningenrechter heeft besloten dat het college de persoonsgegevens van de wederpartij niet hoeft te wijzigen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Dit besluit is genomen om te voorkomen dat de gegevens in de brp opnieuw gewijzigd moeten worden bij een geslaagd hoger beroep, wat de betrouwbaarheid van de brp zou kunnen schaden. Tevens is niet gebleken dat de wederpartij een concreet belang heeft bij onmiddellijke uitvoering van de uitspraak van de rechtbank.

Uitspraak

202301474/2/A3.
Datum uitspraak: 23 maart 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Gennep,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 10 februari 2023 in zaak nr. 21/487 in het geding tussen:
[wederpartij],
en
het college.
Openbare zitting gehouden op 23 maart 2023 om 13:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.J. Borman, voorzieningenrechter
griffier: mr. L.E.E. Konings
Verschenen:
Het college, vertegenwoordigd door mr. P.A.J.S. Lathouwers;
[wederpartij], vertegenwoordigd door mr. D. Gürses, advocaat te Utrecht;
Het verzoek richt zich tegen de uitspraak van 10 februari 2023 van de rechtbank Limburg. Daarin heeft de rechtbank het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard, het besluit op bezwaar van 6 januari 2021 vernietigd, het besluit van 3 augustus 2020 herroepen, en het college opgedragen om binnen vier weken na verzending van de uitspraak de in de basisregistratie personen (hierna: brp) geregistreerde gegevens van [wederpartij] te wijzigen, zoals vermeld in de uitspraak.
Het college heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt dat de gegevens in de brp niet hoeven te worden gewijzigd, totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Beslissing
De voorzieningenrechter:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat het college de persoonsgegevens van [wederpartij] niet hoeft te wijzigen, voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Gronden
-         Ter zitting heeft het college vijf punten van twijfel met betrekking tot de bewijskracht van de overgelegde documenten naar voren gebracht. Naar voorlopig oordeel behoeven deze bespreking in de bodemzaak.
-         Het belang van het college bij het verzoek is het voorkomen dat de in de brp te wijzigen gegevens bij een geslaagd hoger beroep binnen korte tijd opnieuw zouden moeten worden gewijzigd. Dit zou de betrouwbaarheid van de brp schaden.
-         Niet is gebleken dat [wederpartij] een concreet belang heeft bij onmiddellijke uitvoering van de uitspraak van de rechtbank.
w.g. Borman
voorzieningenrechter
w.g. Konings
griffier
612