ECLI:NL:RVS:2023:101
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring van uitspraak inzake asielaanvraag vreemdeling
Op 12 januari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de zaak van een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 16 juni 2021 afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 24 maart 2022 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft echter hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak, maar de Afdeling verklaarde dit hoger beroep op 18 mei 2022 niet-ontvankelijk.
De vreemdeling heeft vervolgens verzocht om uitstel voor het indienen van grieven, maar de Afdeling kon niet vaststellen dat de benodigde brief was verzonden. Hierdoor is de vreemdeling ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld om grieven in te dienen. De Afdeling heeft geoordeeld dat de eerdere uitspraak van 18 mei 2022 ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard, omdat niet was voldaan aan de vereisten van de Vreemdelingenwet 2000.
De Afdeling heeft daarom besloten om de uitspraak van 18 mei 2022 ambtshalve vervallen te verklaren, waardoor het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt hervat. De beslissing werd genomen door mr. J.J.W.P. van Gastel, lid van de enkelvoudige kamer, en mr. S. Duyster, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 12 januari 2023.