ECLI:NL:RVS:2023:101

Raad van State

Datum uitspraak
12 januari 2023
Publicatiedatum
12 januari 2023
Zaaknummer
202201947/3/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van uitspraak inzake asielaanvraag vreemdeling

Op 12 januari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de zaak van een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 16 juni 2021 afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 24 maart 2022 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft echter hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak, maar de Afdeling verklaarde dit hoger beroep op 18 mei 2022 niet-ontvankelijk.

De vreemdeling heeft vervolgens verzocht om uitstel voor het indienen van grieven, maar de Afdeling kon niet vaststellen dat de benodigde brief was verzonden. Hierdoor is de vreemdeling ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld om grieven in te dienen. De Afdeling heeft geoordeeld dat de eerdere uitspraak van 18 mei 2022 ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard, omdat niet was voldaan aan de vereisten van de Vreemdelingenwet 2000.

De Afdeling heeft daarom besloten om de uitspraak van 18 mei 2022 ambtshalve vervallen te verklaren, waardoor het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt hervat. De beslissing werd genomen door mr. J.J.W.P. van Gastel, lid van de enkelvoudige kamer, en mr. S. Duyster, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 12 januari 2023.

Uitspraak

202201947/3/V2.
Datum uitspraak: 12 januari 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State strekkende tot vervallenverklaring van de uitspraak van 18 mei 2022 in zaak nr. 202201947/1/V2 in het geding tussen:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 24 maart 2022 in zaak nr. NL21.9930 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 16 juni 2021 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 24 maart 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. C.M.G.M. Raafs, advocaat te Maastricht, hoger beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 18 mei 2022 in zaak nr. 202201947/1/V2 heeft de Afdeling het door de vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Overwegingen
1.       De vreemdeling heeft de Afdeling per brief verzocht om met toepassing van artikel 30 van Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid uitstel te verlenen voor het indienen van de grieven. Hij ontkent vervolgens een brief te hebben ontvangen waarin hem de gelegenheid wordt gegeven alsnog grieven in te dienen. De Afdeling kan niet vaststellen dat die brief is verzonden. De vreemdeling is dus ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld om alsnog grieven in te dienen. Het hoger beroep is in de uitspraak van 18 mei 2022 dan ook ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet zou zijn voldaan aan artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vw 2000. Omdat andere rechtsmiddelen om deze misslag te herstellen ontbreken, ziet de Afdeling hierin aanleiding om die uitspraak ambtshalve vervallen te verklaren. Dit betekent dat het onderzoek wordt hervat in de stand waarin het zich bevond voor de uitspraak van 18 mei 2022.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 18 mei 2022 in zaak nr. 202201947/1/V2 vervallen.
Aldus vastgesteld door mr. J.J.W.P. van Gastel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Duyster, griffier.
w.g. Van Gastel
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Duyster
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 12 januari 2023
664