ECLI:NL:RVS:2022:723
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht vreemdeling
Op 10 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 10 oktober 2021 niet in behandeling werd genomen. Hiertegen had de vreemdeling beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 2 december 2021 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling ging in hoger beroep en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet zou worden overgedragen voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen gekeken naar de argumenten van de vreemdeling en heeft besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet zal worden overgedragen totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden, aangezien deze al eerder was veroordeeld tot vergoeding van proceskosten in een eerdere ordemaatregel.
De uitspraak is gedaan in het openbaar en is een belangrijke stap in de rechtsgang van de vreemdeling, die hoopt op een positieve uitkomst van zijn asielaanvraag. De voorzieningenrechter heeft de zaak zorgvuldig gewogen en de belangen van de vreemdeling afgewogen tegen de belangen van de staatssecretaris.