ECLI:NL:RVS:2022:593
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake bewaring van een vreemdeling
Op 22 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een vreemdeling in bewaring gesteld. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 8 februari 2022 het beroep ongegrond heeft verklaard en het verzoek om schadevergoeding heeft afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.W.F. Noot, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep. De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. Hierdoor leidt het hoger beroep niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank.
De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wissels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.T. Annen, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 24 februari 2022.